Proefveldresultaten 2022

De praktijkcentra betrokken bij het NITROMAN-project hebben onderstaande gewassen getest in 2022 met uit mest herwonnen meststoffen versus conventionele bemesting. Een samenvatting van de resultaten vindt u onder elk proefcentrum.

Proefcentrum  Teelt 
PSKW Bloemkool en venkel
PLV - Bocholt Maïs
Hooibeekhoeve Maïs en gras
Rusthoeve Aardappelen en wintertarwe

 

PSKW- Bloemkool

In 2022 testte PSKW de prestaties van RENURE-producten ammoniumzouten op bloemkoolteelt. De bloemkool werd begin maart geplant en in mei geoogst.

De volgende meststoffen werden vergeleken met de controlegroep "onbemest":

  • Entec 26 (26% stikstof totaal (N) , 7,5% nitraatstikstof )
  • Entec 26 (-50 eenheden)
  • Urean met DMPP (nitrificatieremmer )
  • Ammoniumsulfaat (luchtwasser)
  • Ammoniumsulfaat (scrubbing)
  • Ammoniumnitraat (mestverwerking)
  • 1/3 Urean + 2/3 Ammoniumsulfaat + DMPP
  • Ammoniumsulfaat (luchtwasser)
  • Ammoniumsulfaat (scrubbing) + DMPP

Er was geen significant verschil tussen de opbrengsten van kunstmest (Entec 26) en RENURE-meststoffen (ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat). Beide RENURE-meststoffen leverden ongeveer 50 ton/ha op. De traditionele kunstmest leverde 53 ton/ha op. De opbrengsten verbeterden merkelijk met de toepassing van de nitrificatieremmer DMPP. De RENURE-producten bleken geschikt voor rijenbemesting.

Het effect van de nitrificatieremmer kon ook worden waargenomen in het nitraatresidu in de bodem na de oogst; het kleinste nitraatresidu op 90 cm diepte op bemeste percelen werd gezien bij ammoniumsulfaat (AS) (luchtwasser) + DMPP met 136 kg NO3/ha, en AS (scrubbing) + DMPP met 144 kg NO3/ha, aangezien de stikstof in de vorm van ammoniak tot een diepte van 30 cm bewaard bleef. In dit opzicht presteerde RENURE aanzienlijk beter dan kunstmest (216 kg NO3/ha). Het hoogste nitraat residu werd gezien bij ammoniumnitraat (AN) (mestverwerking) met 275 NO3/ha.

PSKW- Venkel

Dezelfde producten werden ook getest voor venkelteelt:

  • Entec 26(26% stikstof totaal (N) , 7,5% nitraatstikstof )  
  • Entec 26 (-50 eenheden)
  • Urean met DMPP (nitrificatieremmer )
  • Ammoniumsulfaat (luchtwasser)
  • Ammoniumsulfaat (scrubbing)
  • Ammoniumnitraat (mestverwerking)
  • 1/3 Urean + 2/3 Ammoniumsulfaat + DMPP
  • Ammoniumsulfaat (luchtwasser)
  • Ammoniumsulfaat (scrubbing) + DMPP

Venkel werd eind mei geplant en begin augustus geoogst en bemest met 80 kg N/ha na 23 mei. 

Hoewel Entec 26 (-50 eenheden) met 27 ton/ha de hoogste opbrengst opleverde, werd deze met 26 ton/ha op de voet gevolgd door gemengde bemesting, Ureum + DMPP, en AS uit scrubbing. Er waren geen significante verschillen in sortering. De combinatie van 1/3 urean en 2/3 AS met DMPP en de toepassing van enkel AS gaven wel de beste resultaten voor sortering met het grootste aandeel van 8 stuks/kist. Voor venkel is het de bedoeling dat zoveel mogelijk planten onder een sortering van 8 en 10 stuks/kist vallen. Er moet hierbij steeds 4 kg venkel/kist zijn.

Het laagste nitraatresidu op 90 cm diepte (95 kg NO3/ha) werd vastgesteld met gemengde bemesting (1/3 Urean + 2/3 Ammoniumsulfaat + DMPP) en het hoogste residu met kunstmest (214 kg NO3/ha). Het effect van de nitrificatieremmer was lager in vergelijking met de bloemkoolteelt, vermoedelijk door de lagere dosis (minder geconcentreerd).  De in de rij toegepaste meststoffen geven algemeen een lager gehalte aan reststikstof.

PLV Bocholt - Maïs

In 2022 testte PLV Bocholt de prestaties van ammoniumzouten op een maïsteelt. De maïs werd 21 april gezaaid en in 30 augustus geoogst. Dierlijke bemesting werd toegepast op 14 april en minerale bemesting op 26 april. De maïs werd tijdens het groeiseizoen geïrrigeerd met druppelirrigatie (90 l/m³).

De volgende meststoffen werden vergeleken:

  • RDM (runderdrijfmest)
  • RDM + KAS
  • RDM + ammoniumnitraat (van Detricon)
  • RDM + spuiwater (van Biogas Bree)
  • RDM + ammoniumsulfaat (Proefinstallatie Inagro)

Bemesting met RDM + ammoniumsulfaat leverde een vergelijkbare droge stofopbrengst op als RDM + KAS, hoewel de hoogste opbrengst werd waargenomen met RDM + spuiwater. Met RDM + AN-bemesting werden om onbekende redenen lagere opbrengsten waargenomen (mogelijks uitspoeling).

De nitraatresidu's werden bepaald een week na de oogst van het gewas. Tussen de nitraatresiduen op de bemeste percelen werden geen significante verschillen waargenomen, met uitzondering van RDM + ammoniumnitraat, die lager was dan de rest.

Hooibeekhoeve - Gras

In 2022 testte Hooibeekhoeve de prestaties van ammoniumzouten op grasteelt. De meststoffen werden vergeleken met de controlegroep "nulbemesting". Ook het effect van de toepassingsmethoden injectie en spuiten werden vergeleken:

  • RDM: 250 kg N/ha runderdrijfmest (RDM), waarvan 150 kg werkzame N/ha, in 2 à 3 giften, geen kunstmest
  • RDM + KAS: 150 kg werkzame N/ha RDM + 205 kg N/ha uit KAS, verdeeld voor elke snede van snede 1 tot 4
  • RDM + Ammoniumnitraat: idem KAS vervangen door ammoniumnitraat
  • RDM + Ammoniumsulfaat injecteren: idem KAS vervangen door ammoniumsulfaat via injecteur
  • RDM + Ammoniumsulfaat spuiten: idem KAS vervangen door ammoniumsulfaat via veldspuit (+ water)
  • RDM + Ammoniumsulfaat 2022: idem KAS vervangen door ammoniumsulfaat via veldspuit (+ water)

De veldproeven van gras geven minder goede opbrengstresultaten voor de herwonnen meststoffen. De hoogste opbrengst werd bekomen na bemesting met RDM + KAS (11 000 kg DS/ha), terwijl RENURE-producten ammoniumnitraat en ammoniumsulfaat opbrengsten leverden tussen 8.000 en 10.000 kg DS/ha.

Voor nitraatresidu’s in de bodem na oogst, werd het hoogste nitraatresidu waargenomen bij de KAS-bemesting en het laagste bij het toepassen van ammoniumsulfaat door spuiten. Er zijn minder nitraatresidu’s bij herwonnen meststoffen. Dit is positief voor de waterkwaliteit, maar dit zou kunnen veroorzaakt worden door een inactief bodemleven (geen mineralisatie), wat nefaster is voor de opbrengst van het gewas. Dit kon echter niet eenduidig geconcludeerd worden.

Voor de proeven met gras zijn de voederwaarde (eiwitgehalte) en de verteerbaarheid belangrijke
parameters om mee te nemen. Voor de voederwaarde scoort drijfmest goed. Als men kijkt naar een economische vergelijking, scoort KAS nog steeds het best.

In 2020 had men bemest met een veldspuit. Hier kunnen wel meer verliezen voorkomen, maar men
ervaarde toch betere resultaten dan met het injecteren.

Hooibeekhoeve - Kuilmais

Voor maïsteelt werden bij Hooibeekhoeve de effecten van bijbemesting getest. Maïs werd bemest met 170 kg N/ha dierlijke mest (uit mengmest voor ploegen) en 35 kg N/ha kunstmest:

  • RDM: 250 kg N/ha runderdrijfmest (RDM), waarvan 150 kg werkzame N/ha, in 2 à 3 giften, geen kunstmest
  • RDM + KAS: bij zaai
  • RDM + Ammoniumnitraat: bij zaai
  • RDM + Ammoniumsulfaat: bij zaai
  • RDM + AS 2022 bij zaai
  • RDM + KAS bijbemesting 4e -6e blad
  • RDM + AN  bijbemesting 4e  -6e blad
  • RDM + AS  bijbemesting 4e -6e blad

De toepassing van ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat ter vervanging van KAS in maïsteelt leverden wisselende opbrengsten op met gelijke of soms iets lagere opbrengsten in vergelijking met KAS. Zowel RDM + ammoniumnitraat bij zaai (>13 000 kg DS/ha) als RDM + ammoniumsulfaat bij zaai ( ~=13 000 kg DS/ha) leverden iets betere oogsten op dan RDM + KAS (tussen 12 000 en 13 000 kg DS/ha). Over het algemeen leverde "bijbemesting na de zaai" lagere oogsten op.

Nitraatresten op de bodem na de oogst (monsters genomen op 22 september) waren het hoogst op 60 cm diepte bij RDM + KAS bijbemesting (>100 NO3 kg/ha) en het laagst bij RDM + ammoniumnitraat bij zaai. Er waren echter geen significante verschillen tussen KAS, ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat bij zaai bemesting.

Rusthoeve - Wintertarwe

Rusthoeve testte mineralenconcentraat, ammoniumsulfaat en ammoniumsulfaat in vergelijking met praktijkbemesting (KAS 27%) voor wintertarweteelt met volgende inhoud:

  • 1e gift met KAS 27%
  • 2e gift: 124 kg N/ha product
  • Mineralenconcentraat: < 1% N
  • Ammoniumsulfaat: ± 6% N
  • Ammoniumnitraat: ± 8,5% N

De ammoniumzouten en mineralenconcentraat werden toegepast met een slangenpomp en KAS werd toegepast met een kunstmeststrooier.

Er werden geen statistische of visuele verschillen waargenomen bij de wintertarweteelt, waarbij ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat iets hogere opbrengsten opleverden (respectievelijk 11 099 en 11 311 kg/ha) in vergelijking met praktijkbemesting (10 763 kg/ha) en mineralenconcentraat (10 400 kg/ha). Mineralenconcentraat resulteerde in een iets latere oogst in vergelijking met de andere gebruikte meststoffen.

Rusthoeve - Consumptieaardappel

Bij Rusthoeve werden consumptieaardappelen getest in 2022 met de volgende meststoffen:

  • 1e gift: 195 kg N/ha product
  • 2e gift: 50 kg N/ha product
  • Mineralenconcentraat: < 1% N
  • Ammoniumsulfaat: ± 6% N
  • Ammoniumnitraat: ± 8,5% N

De hoogste opbrengst werd waargenomen bij praktijkbemesting (iets hoger dan 70 000 kg/ha). Ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat leverden iets minder op (iets lager dan 70 000 kg/ha). De laagste opbrengst werd waargenomen bij mineralenconcentraat (iets lager dan 60 000 kg/ha).

Er waren geen verschillen tussen de verschillende meststoffen wat betreft nitraatresidu’s. Het lage N-gehalte in mineralenconcentraat werd opgemerkt als een praktisch probleem, aangezien inwerken bij latere giften niet altijd mogelijk was.