Vergisting kan ruwe mest bewerken, waarbij na de vergisting het gehalte aan nutriënten onveranderd blijft. Bij vergisting houdt men de mest anaeroob bij een temperatuur van + 38°C of + 50 °C waardoor micro-organismen de organische stof in de mest afbreken en omzetten tot biogas. Na de vergisting blijft digestaat over, dit digestaat kan verder behandeld worden door gebruik te maken van 1 of meerder verwerkingstechnieken of aangewend worden als meststof op landbouwgrond.
Vergisting heeft een positieve impact op de planeet: het vermindert de uitstoot van methaan, het geproduceerde biogas dient als energiebron en de restwarmte kan bijvoorbeeld de installatietemperatuur op peil houden of gebruikt worden om mest thermisch te drogen. Het verbranden van biogas in een warmtekrachtkoppeling (WKK) levert groene stroom en warmte. Beide kunnen gebruikt worden op het bedrijf of bij een energieoverschot kan dit verkocht worden aan derden. Op deze manier kan de vergisting van mest dus ook als extra verdienmodel dienen.