Biothermisch drogen/composteren

Bij compostering wordt het organisch materiaal door micro-organismen omgezet en afgebroken en dit in aanwezigheid van zuurstof (aeroob proces), dit in tegenstelling tot anaerobe vergisting (proces in afwezigheid van zuurstof). Door de bacteriële groei in de mest stijgt de temperatuur.

In het kader van mestverwerking is het doel van het verkorte composteringsproces ook wel biothermisch drogen genoemd, het bekomen van

  1. kiemdoding door een verhoging van de temperatuur (>70°C, gedurende minimaal 1u)
  2. stabilisatie van het organisch materiaal 
  3. een vermindering van het volume en het gewicht door vochtverdamping

Het hoofddoel van biothermische droging is het verkrijgen van hygiënisatie voor de Europese regelgeving (VO/1069/2009). Het eindproduct is een gemakkelijk exporteerbare en gehygiëniseerde organische meststof. Als grondstoffen voor biothermische droging worden meestal de dikke fractie van varkensmest en pluimveemest gebruikt, al dan niet in combinatie met andere biomassa, om zo een optimale C/N verhouding te verkrijgen.

Naast een optimale C/N verhouding van het mengsel, is ook de zuurstofconcentratie van belang. De zuurstofconcentratie kan op peil gehouden worden door regelmatig keren van de composthoop (extensieve compostering) of beluchting (intensieve compostering).

In Vlaanderen zijn er verschillende biothermische drooginstallaties, waar het proces plaatsvindt in tunnels die onderaan belucht worden. Er zijn ook composteringstrommels op de markt, waarbij de draaibeweging van de trommel zorgt voor beluchting. Deze trommels maken het mogelijk maken om op landbouwbedrijf een beperkte hoeveelheid dikke fractie te hygiëniseren.