Wetgeving niet-EU landen

Bij export van organische meststoffen en/of bodemverbeterende middelen, die verwerkte dierlijke producten bevatten, naar niet-EU landen is een certificaat voor invoertoestemming nodig. Dit certificaat moet voorgelegd worden aan de bevoegde overheid van het land van bestemming. Op de website van FAVV kan nagegaan worden of er een specifieke voorschriften voor de uitvoer van een bepaald product naar het betrokken derde land beschikbaar zijn.

Indien er geen specifiek certificaatmodel en geen landspecifieke informatie beschikbaar is, wil dit zeggen dat het FAVV niet op de hoogte is van de voorschriften van dit derde land voor wat de certificering van de bewuste producten betreft. Indien de eisen van het derde land niet door het FAVV gekend zijn, kan het algemeen certificaat, op risico van de exporteur worden afgeleverd. De operator moet echter altijd verifiëren of het certificaatmodel dat gebruikt zal worden, in overeenstemming is met de eisen van de bevoegde overheid van het derde land van bestemming. Hij kan bv het algemeen model van certificaat voorleggen aan zijn invoerder en vragen dat hij bij zijn bevoegde autoriteit navraagt of zij dit model van certificaat aanvaarden. Indien het derde land van bestemming meer specifieke voorschriften heeft, dient de operator deze voor te leggen aan de de Lokale Controle Eenheden van het FAVV (LCE) (contact per provincie) zodat een landspecifiek certificaat kan worden uitgewerkt.

De certificaten, alsook de nodige instructies, vindt u terug op de website van FAVV.

Tot voor kort waren er op Europees niveau geen geharmoniseerde regels vastgesteld  voor uitvoer van verwerkte mest buiten Europa, waardoor dit verboden was. Volgens de Belgische visie was dit niet geldig voor samengestelde meststoffen en gemengde bodemverbeterende middelen die naast categorie 2-materiaal ook andere ingrediënten bevatten. Hierbij moest wel voldaan worden aan een minimale bijmenging van 5% ingrediënten van niet-dierlijke oorsprong.

Op 1 februari 2017 werd de EU142/2011 (bijlage XIV) aangepast (EU2017/172), waardoor uitvoer van verwerkte mest of organische meststoffen die uitsluitend verwerkte mest bevatten naar landen buiten de OESO toegelaten wordt. Daarnaast was de export van verwerkte dierlijke eiwitten (VDE) van herkauwers verboden. Dit verbod is in 2017 opgeheven (VO999/2001); hierbij gelden wel specifieke voorwaarden. Export van VDE niet-herkauwers was al mogelijk, maar nu zijn de exportvoorwaarden uitgebreid (meer mogelijkheden).

Meer informatie over de export van meststoffen buiten de EU is beschikbaar op de website van FAVV.