Home  > Nieuws

Finale conclusies SAFEMANURE

25 juni 2020

Begin juni mocht VCM het finale rapport van de SAFEMANURE studie, uitgevoerd door het Joint Research Centre in opdracht van DG ENVI, inkijken. Het finale rapport is nog niet online beschikbaar, omdat er nog enkele analyseresultaten aangeleverd moeten worden.

 

 

Finale conclusies SAFEMANURE

Het rapport stelt criteria voor die van toepassing zijn op hoogwaardige stikstofmeststoffen, gedeeltelijk of volledig afgeleid van dierlijke mest, zodat deze volgens dezelfde regels toegepast kunnen worden als minerale stikstofmeststoffen volgens de Nitraatrichtlijn (91/676/EEC), dus boven de 170 kg dierlijke N/ha/jaar, waarbij voldaan wordt aan doelstellingen van de Nitraatrichtlijn. Deze producten moeten voldoende landbouwkundige voordelen bieden om de gewasgroei te bevorderen. Deze hoogwaardige stikstofmeststoffen, (gedeeltelijk) gerecycleerd uit mest, werden RENURE gedoopt (REcovered Nitrogen from manURE).

Een eerste versie van het rapport verscheen in november 2019 en werd voorgesteld door dhr. Wim Debeuckelaere, DG ENVI, op ManuREsource 2019. Na een stakeholders meeting in januari 2020 werd het rapport gefinaliseerd.

Het rapport somt kwaliteits- en gebruikscriteria op, waaraan de RENURE-producten aan moeten voldoen. Deze werden door JRC bepaald op basis van een literatuurstudie, modellering en experimenteel onderzoek. Hieronder volgt een overzicht van deze criteria zoals deze in het finale rapport zijn opgenomen.

  • RENURE-producten worden verkregen door de verwerking van mest via een doorgedreven fysisch, chemische of biologisch proces (bvb. enkel mengen is onvoldoende) waarbij de minerale stikstofinhoud, ureum stikstofinhoud en/of kristal-gebonden stikstof hoger is dan het inkomende materiaal. Het productieproces resulteert in producten met een vaste kwaliteit die beantwoordt aan de RENURE-criteria.
  • RENURE-producten moeten een minerale stikstof: totale stikstof ratio hebben van hoger dan of gelijk aan 90% OF een TOC:TN ratio kleiner of gelijk aan 3. Deze ratio moet aangepast worden bij toevoeging van stikstof van geconcentreerde stikstofbronnen (>3% stikstof op droge stof basis) die niet afkomstig zijn van dierlijke mest.
  • De RENURE-producten mogen niet meer dan 300 mg Cu/kg DS en 800 mg Zn/kg DS bevatten. Voorlopig, in afwachting van nieuwe analyseresultaten, valt de in het interim-rapport gepubliceerde limiet van 1 mg Hg/kg DS weg.
  • De lidstaten moeten er voor zorgen dat de toepassing van RENURE in hoeveelheden en tijdstip gesynchroniseerd zijn met de NPK-vraag van de gewassen om het uitspoelen van nutriënten te voorkomen en te minimaliseren. In overeenstemming met de goede landbouwkundige praktijken komt dit o.a. neer op:

- Specifiëren van de informatie over de inhoud (N, P2O5, K2O) van RENURE-producten als het product die nutriënten voor meer dan 1% van de DS bevat, zodat gemonitord kan worden hoeveel nutriënten aangeleverd worden aan de bodem.
- Indien nodig, ervoor zorgen dat de akker voor het grootste deel van het jaar begroeid is en dus niet braak ligt.

  • De lidstaten moeten ammoniakemissies tijdens de toepassing op de akker van producten, met meer dan 60% van de stikstof in vormen andere dan nitraatstikstof en bij een pH hoger dan 5,5 voorkomen en minimaliseren door toepassing o.b.v. injectie, onmiddellijke inwerking of equivalente maatregelen.
  • De lidstaten moeten emissies naar de lucht tijdens opslag van RENURE voorkomen door geschikte opslagvoorwaarden te eisen.

Deze criteria tonen aan dat diverse hoogwaardige stikstofmeststoffen die reeds geproduceerd worden in Vlaanderen, kans maken om als RENURE erkend te worden: ammoniumzouten (stripping-scrubbing), mineralenconcentraten (omgekeerde osmose) en dunne fractie digestaat na doorgedreven scheiding. Producten zoals urine uit VEDOWS-stallen die weinig of geen verwerkingsstappen hebben ondergaan, vallen echter buiten de scope van het rapport.

Het in de handel brengen van de RENURE-producten wordt verder vastgelegd in de Verordening Dierlijke Bijproducten (EU 1069/2009) en zijn implementatieverordening (EU) nr. 142/2011. Dit betekent dat voor export de producten gehygiëniseerd zullen moeten zijn. Voor toepassing op akkers in Vlaanderen zou dit in principe wellicht niet nodig zijn als er volgens de bevoegde autoriteit geen risico is op ziekteverspreiding.

Het is nog niet zeker of de RENURE producten ook opgenomen worden onder bestanddelencategorie ("component material category" of "CMC") 10: Afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 in de nieuwe Meststoffenverordening (EU 2019/1009). Dit is alleen mogelijk als de Europese Commissie, in uitvoering van de nieuwe meststoffenverordening, oordeelt dat de RENURE producten een eindpunt kunnen bereiken waarbij er geen risico meer is voor mens en dier.

De volgende stap is de vertaling van deze criteria in Europees en Vlaams beleid. VCM volgt samen met de Werkgroep Transitie de ontwikkelingen nauwgezet op. De erkenning van bepaalde hoogwaardige stikstofmeststoffen gerecycleerd uit mest als RENURE zit door de publicatie van dit rapport mogelijks in een stroomversnelling.

Na de oproep van VCM in augustus 2019 werd door de Werkgroep Transitie onderzocht of het opportuun was om via een zogenaamde ‘groepsaanvraag’ t.a.v. de Vlaamse en Europese overheid voor verschillende hoogwaardige stikstofmeststoffen, gerecupereerd uit mest, een tijdelijke derogatie aan te vragen binnen een pilootproject (naar analogie met het pilootproject rond mineralenconcentraten in Nederland). Omdat momenteel binnen de Europese Commissie onderzocht wordt door DG ENVI wat de mogelijke verdere stappen zijn op basis van het net gepubliceerde rapport, werd beslist om hiermee even af te wachten. Mogelijks zal het dossier, dat reeds in voorbereiding was, eerder gebruikt worden als document om de Vlaamse en Europese overheid in te lichten over de mogelijke producten die in Vlaanderen momenteel klaar zijn om gebruikt te kunnen worden als kunstmestvervanger van zodra de SAFEMANURE criteria in Europees en Vlaams beleid vertaald zijn. Vervolgens zal de Vlaamse overheid verzocht worden, vanuit de beleidsvraag om een transitie in de mestverwerking naar een circulaire economie te realiseren, om de omzetting van deze SAFEMANURE criteria in Vlaamse wetgeving zo snel als mogelijk uit te voeren.

Initiatiefnemers die van plan zijn in de nabije toekomst producten te produceren die aan de RENURE-criteria kunnen voldoen, worden verzocht contact op te nemen met VCM via info@vcm-mestverwerking.be, zodat ook hun dossier toegevoegd kan worden aan het document dat VCM aan het voorbereiden is.