Home  > Nieuws

MAP 7 - Wat betekent dit voor de mestverwerkingssector

10 januari 2025

Op woensdag 18 december werd het nieuwe Mestactieplan (MAP7) goedgekeurd door het Vlaamse parlement. Met de komst van MAP7 zullen er ook enkele veranderingen aankomen voor de mestverwerkingssector: we doen ons best om deze voor jullie even samen te vatten

MAP 7 - Wat betekent dit voor de mestverwerkingssector

Wijzigingen aan artikel 29 betreffende de mestverwerking

In het mestdecreet zullen er verschillende wijzigingen aangebracht worden in artikel 29 betreffende de mestverwerking. Zaken die veranderen zijn:

  • Biologische producenten krijgen een vrijstelling van de mestverwerkingsplicht, dit omwille van het feit dat biologische mest zeer gegeerd is onder biologische landbouwers en het gaat over een relatief klein aantal bedrijven.
  • Voor landbouwers die hun dierlijke mest op een duurzame wijze bij een collega landbouwer kunnen afzetten, kan de Vlaamse regering een afwijkende regelgeving voorzien, zodanig dat het in de toekomst mogelijk wordt om een uitzondering op de mestverwerkingsplicht te kunnen verkrijgen.
  • Er zal een paragraaf toegevoegd worden rond het invoeren van een kwaliteitsborgingssysteem voor mestverwerkers. Dit kwaliteitsborgingssysteem dient zowel het productieproces als de geproduceerde meststoffen te waarborgen. VCM heeft in opdracht van de VLM reeds een autocontrolegids voor mestverwerkers opgesteld die kan gebruikt worden als leidraad bij het opstellen van een bedrijfseigen autocontrolesysteem om deze kwaliteitsborging te realiseren. Deze autocontrolegids werd in de periode 2023 – 2024 reeds in praktijk uitgetest en geëvalueerd door verschillende mestverwerkers. Op basis van hun ervaringen zal het de autocontrolegids in 2025 verder geoptimaliseerd worden. Uiterlijk op 31 december 2026 moeten alle mestverwerkingsinstallaties een kwaliteitsborgingsysteem toepassen zodat de kwaliteit van zowel hun geproduceerde meststoffen als hun productieproces gewaarborgd wordt.

Afschaffing mogelijkheid tot uitbouw stimulerende maatregelen

In het huidige mestdecreet wordt ook een oplijsting gegeven van diverse zaken waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is om stimulerende maatregelen te voorzien. In MAP7 wordt deze lijst aangepast. Specifiek voor de mestverwerking zal er in MAP7 geen mogelijkheid meer zijn voor de Vlaamse regering om stimulerende maatregelen te voorzien voor de uitbouw van een mestverwerkingsinstallatie. De mogelijkheid om voor werkende installaties stimulerende maatregelen uit te bouwen zal wel blijven staan.

Transport naar mestverwerkingsinstallaties

Ook het transport van mest zal strenger opgevolgd worden, aan de hand van het AGR-GPS systeem. De verplichting voor het gebruik van dit systeem zal verder uitgebouwd worden. De AGR-GPS verplichting wordt uitgebreid met onder andere:

  • Alle aanvoer naar mestverwerkingsinstallaties met een burenregeling – ook voor vaste mest

Als gevolg hiervan is de verplichting om voor het vervoer - in kader van een burenregeling – van en naar mestverwerking de dag voorafgaand te melden aan de Mestbank, niet langer vereist. De effectieve uitvoering van het vervoer wordt ook steeds opgevolgd aan de hand van een debietmeter of weegbrug. Deze administratieve vereenvoudiging is te verantwoorden omdat het vervoer door middel van AGR-GPS en massaopvolging voldoende controleerbaar is.

Wijziging aan artikel 8 wat betreft de uitijregeling van effluent

Een laatste grote aanpassing is de wijziging aan artikel 8 van het mestdecreet, wat betreft de wijzigingen aan de uitrijregeling. Met name voor effluent met een lage stikstofinhoud werd een afwijkende uitrijregeling uitgewerkt, waarin het gebruik ervan op gronden anders dan zware kleigronden ingeperkt wordt.

  • Op zware kleigronden kan men effluent aanbrengen in de periode van 1 september tot en met 15 oktober, al worden hier wel enkele voorwaarden aan verbonden.
    • Opvolging van het vervoer aan de hand van het AGR-GPS – systeem.
    • Er moet een gewas aanwezig zijn op het moment van de opbrenging of een gewas moet ingezaaid worden uiterlijk de zevende dag na het opbrengen van het effluent.
    • In de periode van 1 juli tot en met 31 augustus is het gebruik beperkt tot 50 ton/ha met een maximum van 36 kg werkzame N/ha.
    • In de periode van 31 augustus tot en met 15 oktober is er beperkt tot 25 ton/ha met een maximum van 10 kg werkzame N/ha.
  • Op andere gronden zal het vanaf 2026 niet meer mogelijk zijn om effluent op te brengen na 31 augustus tot en met 15 februari van het daaropvolgende jaar.

Om op het terrein voldoende tijd te geven om aanpassingen in management te maken, worden voor het jaar 2025 overgangsmaatregelen voorzien. Effluent met een lage N-inhoud zal in 2025 nog mogen aangewend worden in de periode van 16 januari tot en met 15 februari en van 1 september tot en met 15 oktober onder de volgende voorwaarden:

  • Het effluent wordt opgebracht op een perceel grasland of op een perceel waarop na een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt een vanggewas wordt verbouwd.
  • Een beperking van de hoeveelheid afhankelijk van periode:
    • 1 juli – 31 augustus: 50 ton/ha hectare met een maximum van 36 kg werkzame N/ha
    • 31 augustus – 15 oktober: 25 ton/ha met een maximum van 10 kg werkzame N/ha
  • Opvolging van het vervoer van effluent aan de hand van het AGR-GPS systeem.

Bij vragen, aarzel niet om één van onze medewerkers te contacteren, dan zoeken we het voor u uit!