Home  > Nieuws

ManuREsource 2019 ontvangt meer dan 200 deelnemers uit 18 landen

13 december 2019

Op 27 en 28 november 2019 waren er meer dan 200 deelnemers aanwezig tijdens ManuREsource 2019 in Hasselt (België) om mestbeheer en valorisatie op Europees niveau te bespreken. ManuREsource is een internationaal congres dat georganiseerd wordt door het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM vzw), UGent, Inagro en POM West-Vlaanderen. Deze vierde editie werd georganiseerd in samenwerking met NCM, het Nederlands Centrum Mestverwaarding. Het doel van dit congres? Het belang aantonen van de terugwinning van nutriënten uit mest, de overgang naar een circulaire, biogebaseerde economie faciliteren en knelpunten identificeren die deze overgang belemmeren.

ManuREsource 2019 ontvangt meer dan 200 deelnemers uit 18 landen

Tijdens de openingssessie van ManuREsource 2019 presenteerde Wim Debeuckelaere (Europese Commissie DG ENVI), voor het eerst de belangrijkste bevindingen van de JRC SAFEMANURE studie met de criteria voor het veilig gebruik van verwerkte mest in kwetsbare nitraatzones, bovenop de drempel voor dierlijke mest die is vastgelegd door de Nitraatrichtlijn. Hierbij werd een nieuwe term voor teruggewonnen stikstof geïntroduceerd, namelijk RENURE. De voorgestelde criteria voor het gebruik van de verwerkte mestproducten werden benadrukt in de context van de Europese Nitraatrichtlijn. Deze resultaten wijzen op een groot potentieel voor ammoniumzouten en mineraalconcentraten als biogebaseerde meststoffen. Dit kan beschouwd worden als een eerste stap in de richting van de end-of-manure status voor verwerkte en opgewaardeerde mest.

Op de tweede dag van ManuREsource 2019 gaf An Derden, vertegenwoordiger van het Vlaams onderzoeksinstituut VITO, een presentatie over de methodologie voor het bijwerken van het Vlaamse BBT-document voor mestverwerking met technieken voor terugwinning van nutriënten. Theodora Nikolapoulou (EC DG GROW) gaf een overzicht van de Fertiliser Product Regulation en de raakvlakken met andere regelgevingen rond dierlijke bijproducten. Vervolgens presenteerde Henning Lyngso Föged (Organe) uit Denemarken, de beste praktijken en technologieën voor het terugwinnen van nutriënten en de circulaire economie in het Baltische zee gebied.

Een panel debat, vertegenwoordigd door de landbouwadministratie van de regio Lombardije (IT), onderzoek (WUR, NL), mestverwerkingsinstallaties (Fertikal en La Ferme du Faascht, BE), minerale kunstmestindustrie (YARA) en de groente -en fruithandel (GroentenFruitHuis, NL) vond plaats met een interactieve bevragingspoll. Het publiek kreeg hierbij de kans om hun mening en ideeën te geven over onderwerpen als de ideale schaalgrootte voor het terugwinnen van nutriënten, het belang van voorbehandeling van mest op boerderijniveau, de hogere kosten die bij het terugwinnen van nutriënten horen, lessen die kunnen getrokken worden uit de afvalwaterzuiveringsindustrie, de definitie van circulariteit en het belang van de eisen van de eindgebruiker. Gelijkaardige onderwerpen werden ook meer in detail besproken tijdens de rondetafelgesprekken in kleinere groepen. Er werd geconcludeerd dat het terugwinnen van nutriënten de aanvoer van nutriënten in de agrarische nutriëntencyclus reduceert en dat het belang van de toevoeging van organisch materiaal aan de bodem door het gebruik van dierlijke mest, om de bodemkwaliteit te waarborgen, niet onderschat mag worden. Verder is de betrokkenheid van de landbouwers cruciaal om de transitie naar een circulaire mestverwerking op gang te houden.

Flash presentaties van de sponsors Nijhuis / GEA, Tema Process, Geltz, VP-Hobe, Elsinga, Colsen, en Water Fund Investments Group benadrukten de nieuwste technologieën en processen voor het terugwinnen van nutriënten.

Parallelle sessies handelden over de impact van R&D op de overgang van innovatie naar kapitalisatie en onderwerpen zoals (1) productinnovaties voor mest en digestaat, (2) procesinnovaties in mest -en digestaatbehandeling, (3) milieueffectbeoordeling van mest- en digestaatbehandeling en (4) de impact van agrofoodbedrijven op de transitie naar een circulaire economie. Deze sessies gaven onderzoekers van verschillende instellingen de kans om hun nieuwste resultaten over bovengenoemde onderwerpen te delen. Daarnaast was er een sessie over de Ivan Tolpe prijs, een prijs voor innovatieve mestverwerking die om de twee jaar wordt uitgereikt door het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM vzw). In deze parallelle sessie werden innovatieve technieken in mestverwerking voorgesteld door Ivan Tolpe Prijs-genomineerden van vorige edities. Er werd hierbij ook een oproep gelanceerd voor de Ivan Tolpe prijs 2021. In 2020 kunnen nieuwe voorstellen voor innovatieve technieken, die bijdragen tot een duurzame en kostenefficiënte mestverwerking, ingediend worden bij info@vcm-mestverwerking.be voor vrijdag 23 oktober 2020. Meer informatie kan hier gevonden worden.

Een historisch bezoek aan het jenevermuseum bracht de deelnemers wat bij over het traditioneel brouwen van graanjenever, een sterkedrank op smaak gebracht met jeneverbessen. Ook een voorbeeld van een ‘circulaire economie’-praktijk uit de oude dagen kwam aan bod. Van oudsher werd het afval van de jeneververwerking immers aan ossen gevoerd en werd de mest van deze ossen op gebruikt als organische meststof om gerst en tarwe te verbouwen. De deelnemers kregen de kans om de lokaal gebrouwen jenever ook te proeven. Daarna werd de eerste dag afgesloten met een diner waarbij alle deelnemers konden netwerken.

Op het einde van het evenement werden er drie genomineerden voor de beste posterprijs voorgesteld. Na een peiling door het publiek werd Tine Vergote (UGent) uitgeroepen tot winnaar voor de Best Poster Award ManuREsource 2019. De poster behandelde het effect van scheiding en thermale voorbehandeling op de monovergisting van varkensmest binnen het VLAIO LA-project Pocket Power.

Gedreven door een breed scala aan discussies tussen onderzoekers, beleidsmakers, vertegenwoordigers van de industrie en vele andere belanghebbenden die afhankelijk zijn van wetenschappelijk onderzoek, gaf het congres suggesties om de transitie naar circulaire economie te versnellen vanuit het perspectief van mestvalorisatie. Er werd geconcludeerd dat een holistische aanpak, rekening houdend met de drie P's van duurzaamheid (People, Planet en Profit) en de samenwerking tussen de verschillende spelers (boeren, biogasindustrie, kunstmestbedrijven, agro-voedingsindustrie, eindproductgebruikers) van vitaal belang is.

Op de laatste dag van het congres werden twee innovatieve mestverwerkingsinstallaties bezocht, Arbio bvba (Arendonk, BE) en Biogas Bree (Bree, BE).

Arbio bvba is a biogasinstallatie gelegen in Arendonk, in de provincie Antwerpen. De vergisters worden jaarlijks gevoed met 55.000 ton mest (7000 ton mest is afkomstig van de eigen boerderij) en 35.000 ton afval van de voedingsindustrie. De zaakvoerder won in 2019 de Ivan Tolpe Prijs (Prijs voor innovatie in mestverwerking) met het NPirriK project. In dit project wordt het digestaat in verschillende stappen behandeld, inclusief een terugwinningsstap voor nutriënten gebaseerd op membraanfiltratie. De mineralenconcentraat, momenteel niet erkend als kunstmest, wordt gemengd met de dikke fractie van digestaat om kunstmestkorrels te produceren met een hogere N/P-verhouding. Hiermee wordt er beter voldaan aan de verwachtingen van de akkerbouwer en fruittelers. Het overblijvende permeaat van de omgekeerde osmose kan gebruikt worden als irrigatiewater.

Biogas Bree is een biogasinstallatie in de provincie Limburg, die varkensmest ontvangt van varkensboeren in een straal van 20 km. De mest is 30% van de totale hoeveelheid input die jaarlijks wordt verwerkt. Alle dierlijke mest wordt in een aparte lijn behandeld, naast de anaerobe vergisting van organisch biologisch afval. De verwerkingscapaciteit bedraagt 85.000 ton/jaar. De warmte van de WKK wordt gebruikt om de mest te verdampen en om het digestaat te drogen. Biogas Bree kijkt uit naar nieuwe technologieën voor de terugwinning van nutriënten. Tijdens het bezoek werd meer informatie gegeven over de geplande wervelbeddroger en een uniek granulatieproces. Dit biedt nieuwe marktmogelijkheden voor het behandelde digestaat. Biogas Bree is ook betrokken in het UNIR project, waarbij wordt gezocht naar de doorbraak van ammoniumsulfaat, afkomstig van chemische luchtwassers op digestaat drooginstallaties en varkensstallen, als vervanger voor kunstmest. Dit wordt verwezenlijkt door centrale opslag, homogenisatie, filtratie en optimalisatie van de toepassingstechnieken.