Home  > Nieuws

Door uitzonderlijke weersomstandigheden mogen landbouwers twee weken later vanggewassen inzaaien

27 augustus 2021

Als gevolg van de zeer uitzonderlijk natte zomermaanden, lopen de landbouwwerkzaamheden vertraging op, voornamelijk in het oosten van Vlaanderen. 

Door uitzonderlijke weersomstandigheden mogen landbouwers twee weken later vanggewassen inzaaien

Als gevolg van de zeer uitzonderlijk natte zomermaanden, lopen de landbouwwerkzaamheden vertraging op, voornamelijk in het oosten van Vlaanderen.

​​​​​De afgelopen weken werden vanuit de landbouwsector vragen gesteld voor een verlenging van de uitrijperiode voor mest en een verschuiving van de inzaaidatum voor vanggewassen. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir gaat gedeeltelijk in op die vraag. Er wordt een versoepeling toegestaan op de uiterste inzaaidatum van vanggewassen. Vanwege de bescherming van de waterkwaliteit wordt echter geen uitstel verleend voor de uitrijregeling van mest. “Door deels in te gaan op de bekommernissen van de landbouwsector geven we onze landbouwers met minimale milieudruk iets meer ademruimte voor hun activiteiten", zegt Demir.

Omdat de oogst en bodembewerkingen grote vertragingen oplopen door de extreme weersomstandigheden, zijn er heel wat verzoeken voor het uitstellen van de uitrijregeling van mest en het uitstellen van de inzaaidatum voor vanggewassen.

Uitstel voor inzaaien van vanggewassen

“Voor het inzaaien van vanggewassen wordt effectief het best gewacht tot de omstandigheden het toelaten", klinkt het bij minister Demir. Daarom staat ze dit najaar de volgende​ afwijking toe: vanggewassen moeten bij voorkeur uiterlijk 15 september ingezaaid worden, maar als de bodem- en weersomstandigheden de tijdige inzaai niet toelaten, kan er afgeweken worden tot en met uiterlijk 30 september.

De afwijking geldt voor volgende bepalingen uit het Mestdecreet:

  • Type 2 en type 3 meststoffen mogen opgebracht worden na de oogst van de hoofdteelt op voorwaarde dat er uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid wordt.
  • Op percelen in de gebiedstypes 1, 2 en 3 moet uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid worden (of een andere nateelt) als de hoofdteelt uiterlijk 31 augustus geoogst is. Dat is de zogenaamde basismaatregel vanggewassen.
  • Op percelen in de gebiedstypes 2 en 3 is een extra verplichting voorzien voor het inzaaien van vanggewassen. Op die percelen moet een doelareaal aan vanggewassen gerealiseerd worden. Om mee te tellen voor het doelareaal, moeten de vanggewassen uiterlijk 15 september ingezaaid zijn; uitgezonderd na de oogst van aardappelen en maïs waar de inzaaidatum 15 oktober is.
  • Op derogatiepercelen wintertarwe en Triticale moet uiterlijk 15 september een niet-vlinderbloemig vanggewas ingezaaid worden.

De versoepeling geldt dus voor de datum van 15 september; op de inzaaidatum van 15 oktober wordt niet afgeweken. 

Vanggewassen correct aangeven in verzamelaanvraag

Het is belangrijk dat de landbouwers de vanggewassen correct aangeven in de verzamelaanvraag. Dat kan tot uiterlijk 31 oktober.

In het kader van de vanggewasverplichting in gebiedstype 2 en 3 moet voor vanggewassen ingezaaid tot uiterlijk 30 september de code 'VGV' gebruikt worden om inzaaiperiode te duiden. Voor inzaai vanaf 1 oktober tot en met 15 oktober blijft de code 'VGM'; voor inzaai na 15 oktober 'VGL'​.​

Geen verlenging van uitrijregeling mest

Minister Demir heeft tegelijk beslist om de uitrijregeling voor mest niet te verlengen. “De waterkwaliteit in Vlaanderen blijft slecht en het laattijdig uitrijden van meststoffen resulteert onvermijdelijk in uitspoeling van de nutriënten naar het oppervlakte- en grondwater", klinkt het. Bovendien is het uitrijden op zeer natte gronden absoluut te vermijden, om de bodemstructuur niet (blijvend) te schaden. Uitrijden op drassige gronden laat het Mestdecreet niet toe. Uitzonderlijk wordt voor heel Vlaanderen wél toegestaan dat op zondag 29 augustus mest mag uitgereden worden als de omstandigheden het toelaten. Het inwerken van de mest moet gebeuren zoals op een zaterdag

De minister roept op om de dierlijke vloeibare mest die door de omstandigheden niet op de grond kan gebracht worden, af te voeren naar mestverwerkingsinstallaties.

Met deze afwijking geeft de minister de landbouwers wat meer ruimte voor de bodemactiviteiten met minimale milieudruk. De boodschap is om blijvend zorg te dragen van de bodem en de waterkwaliteit.  ​